SINTERKLAASJE KOM MAAR BINNEN MET JE KNECHT
- Gaby Visser
- 2 dec 2016
- 3 minuten om te lezen

“Zullen we nog een glaasje gaan drinken?”Een voor de hand liggende vraag na het einde van een geslaagde schrijversavond. “Natuurlijk, waarom niet,” is daarop dan ook het enige juiste antwoord.
Vrolijk nababbelend gaan we met zijn vijven op weg naar “de Klinge”. Een klein, gezellig, warm huiskamercafé waar het gezien het late tijdstip behoorlijk druk is. Eén statafel is echter nog onbemand en gebroederlijk maken we een kring.
“Ik haal de drankjes wel,” roep ik als een blijmoedige en vooral dorstige Hobbit. Met moeite baan ik me een weg door de aangeschoten menigte om mijn bestelling door te geven.
“Jongedame,” hoor ik ineens een luide stem boven alle muziek en gebral uit. Ik kijk op. Bedoelt die lange mij?
Jong ben ik al lang niet meer en dame is ook discutabel. Maar nee, hij moet mij echt hebben.
“Ja, jij. Kom jij eens gauw terug,” roept de grote ober naar me. Je weet wel, zo’n echte ouderwetse, in wit overhemd met daarover een zwart giletje. Blokje en potlood altijd bij de hand.
Hij gebaart me ongeduldig. Ik loop verbaasd terug. Wat nu dan? Hij legt gemoedelijk zijn arm over mijn schouders.
“Dan doen ze nou altijd,” zegt hij vriendelijk. “Ik ken dat. Ze sturen altijd de kleinste om de drankjes te halen. Dat moet je helemaal niet willen.” De rest grinnikt schaapachtig.
Hij doet het met alle liefde voor me. Al snel komt hij terug met onze wijntjes en een verdwaalde cola. Zoute pinda’s erbij. Gezellig. We kleppen er lustig op los. Nog beter, naast ons komt een tafeltje vrij. Mooi, nu kunnen we er nog lekker bij gaan zitten ook. Midden in ons geanimeerde gesprek wordt ineens op het raam geklopt. Vijf gitzwarte Pieten met knalrode lippen en gouden oorbellen lachen ons blij toe en komen met veel bombarie het café binnen.
Ze gooien een vreemde combinatie van pepernoten en spruiten naar de gasten. Ook kleine handjes - “slaapzand” lijkt het wel - gaan de lucht in. Snel bedekken we met onze handen de glazen om te voorkomen dat het spul in onze drankjes terechtkomt.
“Sinterklaasje kom maar binnen met je knecht,” schalt het ineens keihard door de kroeg. Iedereen zingt en klapt spontaan mee. De Pieten worden warm onthaald. Wat fijn dat ze er weer zijn. We hebben hun onschuldige vrolijkheid een jaar moeten missen. En ja hoor… daar komt uiteindelijk ook de goedheiligman binnen. Mét rode mijter, tabberd en compleet met staf. Toch lijkt er iets aan hem te ontbreken. Ineens zie ik het. Hij heeft geen witte baard. In plaats daarvan wél een levensgrote witte bril. Zijn zicht wordt er niet echt beter door, want hij zwalkt er behoorlijk op los.
“Zal Sinterklaas eens iets voor jullie zingen?” roept hij door de microfoon. Zonder het antwoord af te wachten zet hij in prachtig, onvervalst Maastrichts in.
“Reuzenraad dreij mèr door…” Iedereen vindt het prachtig.
De microfoon gaat de eerste tijd ook niet meer uit zijn handen. Benny Nijman volgt, evenals liederen uit de Jordaan en Sweet Caroline van Neil Diamond. Sinterklaas kent ze allemaal en weet van geen ophouden. Het publiek is dolenthousiast.
De Pieten slaan niet met hun roe. Ben je gek ! Ze dirigeren er lustig op los en maken dansjes met de aanwezigen.
Een aangeschoten man speelt mee op een imaginaire trekharmonika. Wat een heerlijke Hollandse gezelligheid en kneuterigheid.
“Dat kunnen Kleurenpieten helemaal niet,” gil ik in het oor van een van mijn maatjes. Hij knikt bevestigend. En nét als je denkt dat het allemaal niet gekker kan gaat de deur weer open. Een frisse, blonde studentikoze jongen stapt binnen. Hij lijkt normaal maar aan zijn arm prijkt een stijve etalagepop in skikleding! Hij doet of het zijn “levende” vriendin is. Midden in de zaak gooit hij haar achterover en kust haal plat op de mond. Het gejoel is niet van de lucht. Er worden heel wat selfies met dit bijzondere paar gemaakt. Wat een chaotische prachtavond. En het gaat helemaal nergens over. Zoiets kan toch alleen maar in Limburg.
“Ach wat jammer,” denk ik. ”Kon Sylvana dit nou maar eens zien…!”
Comentarios