DE PROOI
- Joran Effting
- 9 dec 2016
- 3 minuten om te lezen

Ik drukte nog snel op verzenden voor ik de winkel afsloot.
‘Oef, kijk uit!’
‘Oh, sorry. Heeft u zich bezeerd?’ Een wat warrig uitziende man keek me recht in de ogen. Ik werd er een beetje ongemakkelijk van en wendde mijn blik snel af. Hij mompelde iets dat ik niet helemaal verstond voor hij doorliep. Oudere mensen zijn zo lief, Twitterde ik nog snel.
'Goedemiddag meneer, kan ik u helpen?' De man keek verwonderd om zich heen. Hij had een sjofele uitstraling, met zijn aftandse bruine jas. Hij draaide zich langzaam om en keek me recht in de ogen. Ik herkende hem direct.
'Oh goedemiddag, ken je me nog?' hij had een rauwe stem. Gepaard met zijn glijerige glimlach kreeg ik er de kriebels van.
'Natuurlijk meneer, ik was per ongeluk tegen u opgebotst. Had u zich niet bezeerd?' Ik probeerde meer begaan te klinken dan ik me voelde. Ik hoopte vooral dat hij me geen geld wilde aftroggelen.
'Oh nee, absoluut niet,' zei hij. 'Ik wilde u enkel iets geven om me te verontschuldigen. Ik dacht aan bloemen, wat is er nou mooier voor een vrouw?' Hij keek even ongemakkelijk om zich heen. We waren omgeven door bloemen, hier in mijn winkel. 'Ik weet niet wat je mooi vindt. Kies maar iets, ik betaal wel. Tot tien euro!' Hij keek zo trots, het was toch wel aandoenlijk. Het viel me wel op hoe snel ik van 'u' naar 'je' was gedaald. Toen hij weg was zette ik deze ontmoeting snel op Facebook.
'Leila? Die man is er weer, hij vraagt naar je...' Mijn collega Suzanne keek me iets te bezorgd.
'Maak je niet druk. Hij is eenzaam, niet gevaarlijk,' verzekerde ik haar. In de winkelruimte stond inderdaad diezelfde man weer, met dezelfde jas en hetzelfde wildgroeiende kapsel. Ik merkte een beetje weerstand om bij hem in de buurt te komen. Ik stak mijn hand iets te ver uit. Hij pakte hem met beide handen vast en plaatste een smakkende kus. Ik trok mijn hand direct terug.
'Hallo Leila,' sprak hij met weer die glijerige lach. Ik was zo geschrokken dat ik niet nadacht voor ik reageerde.
'Hoe weet u mijn naam?' Ik was ongemerkt achteruit gelopen. Mijn benen raakten de balie. Hij kwam een stukje verder mijn kant op.
'Ik weet van alles,' zei hij vrolijk geheimzinnig. 'Ik weet dat je van journalistiek houdt, dat je winkel je dierbaar is, dat je vakantie in Turkije niet geslaagd was... Alleen maar goede dingen.' Was dat een knipoog? Mijn vingers omklemden de toonbank. Ze begonnen pijn te doen van mijn stevige grip.
'Leila, noodgeval! Je moet naar de familie Bosch! Het spijt me meneer, we moeten eerder dicht vandaag.' Suzanne duwde de man bijna de winkel uit. Ze draaide het slot op de deur, draaide zich met armen over elkaar naar mij en keek me veelbetekenend aan. Ik wist dat ze gelijk had. Die avond plaatste ik slechts één Tweet, hopend dat iemand raad kon geven.

'Hoi Leila.' Ik schrok me een ongeluk. Ik kende die stem. Ik wilde me omdraaiden, maar kon me niet bewegen. Ik voelde zijn adem in mijn nek.
'Geen zorgen, ik ben zo weg,' fluisterde hij. 'Ik wilde maar zeggen: volgens mij moeten we afstand nemen. Ik ben te hard van stapel gelopen. Sorry.' Hoewel zijn adem verdween, durfde ik me nog niet om te draaien. Ik hoorde zijn voetstappen naar de deur lopen.
'Och, één ding wil ik nog zeggen.' Zijn stem kwam bij de deur vandaan. Ik draaide me naar hem toe. Hij keek weer doordringend in mijn ogen. Het kostte me veel moeite mijn blik niet af te wenden.
'Zo eng ben ik niet, toch?' zei hij glimlachend. Het duurde vijf minuten voor ik me durfde te bewegen.
'Zo eng ben ik niet.' Die woorden was ik niet vergeten. Kon ik niet vergeten. Slapeloze nachten, een therapeut en heel veel paniekaanvallen wezen allemaal op hetzelfde: hij had mijn sociale media gevolgd. Ik besloot alles te verwijderen en nooit meer iets persoonlijks online te zetten. Tenminste, één laatste verhaal wilde ik zichtbaar maken. Voortaan stond op mijn profiel alleen het verhaal van mijn ervaringen met meneer Servaes.

Comments