
HET SNELLE LEVEN
Uit 'Kamerverhalen'
'Goedemiddag meneer, uw kaartje alstublieft.'
Een oudere man met nukkige uitdrukking graaide wat in zijn jas. Hij liet Hans een verfrommeld papiertje zien. Die nam het aan, knipte een gaatje en gaf het terug. 'Een prettige reis nog.'
Hans schuifelde rustig door de trein. Al sinds hij kon werken was hij conducteur geweest. Nooit had hij gekeken naar ander werk. Hij was conducteur en zou dat blijven.
Als kind was hij al bevangen door treinen en al dat zij beloofden. Verre landen, avonturen, elke dag nieuwe ervaringen. Verre landen had hij in zijn vakanties moeten bezoeken, maar avonturen en nieuwe ervaringen werden ruim geleverd. Hans was in zijn hart een avonturier en een mensenliefhebber. Hij sprak graag met zijn reizigers.
Hij liep naar de volgende klant: een vrouw in een rolstoel. Haar grijze haren glansden in het voorbijtrekkende zonlicht.
'Goedemiddag, uw kaartje alstublieft.'
Haar blik gleed langzaam omhoog en bleef op zijn gezicht rusten.
'Kaartje?' Stamelde ze. Haar stem klonk breekbaar en vermoeid. Het duurde nog een paar seconden voor ze haar tas pakte en naarstig op zoek ging. 'Kaartje...' zuchtte ze onder haar adem. Hans wachtte geduldig.
Na een grondige zoektocht moest ze hem haar kaartje schuldig blijven. Ze keek hem met vochtige ogen aan.
'Kaartje?' vroeg ze. Wat zag ze er hulpeloos uit. Hans knielde voor haar neer, zodat ze op gelijke hoogte waren.
'Weet u wat? Ik geef u vandaag een waarschuwing. U moet goed op uw kaartje passen, een volgende keer zal ik u moeten bekeuren.' Ze keek hem niet-begrijpend aan. Hans knikte naar haar, rechtte zich weer op en vervolgde zijn weg. Hij had medelijden met haar. Ze leek totaal niet meer te begrijpen wat er om haar heen gebeurde.
'Meneer Frösch? Meneer Frösch, kijk me eens even aan. Hallo! Waren we weer aan de wandel? Kom, ik breng u terug naar uw stoel.' Zuster Ilse wierp haar collega een weemoedige blik toe terwijl ze Hans aan de arm begeleidde. Het was de dagelijkse routine. Ze hielp hem in zijn stoel te gaan zitten. Hij keek haar aan, een zeldzame gebeurtenis, en even kreeg hij een tevreden blik over zich.
Toen ze vijf minuten later terugkwam, was Hans weer vrolijk over de afdeling aan het schuifelen. Eén voor één ging hij zijn huisgenoten af.
'Goedemiddag meneer, uw kaartje alstublieft.'