top of page
YVO (1) - EERSTE SCHOOLDAG

​

Uit 'Middelbare hel'

​

Oni stond op het schoolplein, kijkend naar het grote, enigszins enge gebouw. Om zich heen zag hij allerlei groepjes mensen. Het leek wel of iedereen bij een groepje hoorde, behalve hij. Dat was natuurlijk logisch, niemand kende hem nog.

Er is weinig zo eng als de eerste dag op een nieuwe school. Dat wordt alleen nog maar erger als je instroomt in een al bestaande klas. Je moet je eigen plekje zien te vinden en als je dat niet direct lukt, ben je al snel een buitenbeentje. Oni had al veel nagedacht over deze dag, over zijn nieuwe school en nieuwe klas.

Misschien is er wel iemand waarvan iedereen al weet dat hij het is, had hij vaak gedacht. Als dat zo zou zijn, hoefde hij ook niets te verbergen. Natuurlijk wist hij dat daar niets van waar was, het was immers een middelbare school. Op een middelbare school hoor je nu eenmaal niet eerlijk te zijn. Hij haalde diep adem, opende de bloedrode deur en liep langzaam naar binnen.

 

De kantine. Weer groepjes mensen, weer niemand die hem kende of hem zag staan. Toen zag Oni een bekend gezicht. Daar, in het midden van de kantine, zat een jongen die er net zo eenzaam uitzag als hij. Deze jongen, Coen, kwam van dezelfde school als Oni en dit was ook voor hem de eerste schooldag. Coen en Oni waren op de vorige school altijd buitenbeentjes geweest, hoewel ze nooit contact met elkaar hadden gezocht. Oni vond nog altijd dat hij boven Coen stond en waarschijnlijk vond Coen dat hij beter was dan Oni. Nu de situatie anders was, besloot Oni naar Coen te lopen. Hij was geen geweldig gezelschap, maar elk gezelschap was beter dan een beetje verslagen om je heen kijken.

Oni en Coen praatten wat over hun vorige school, hun verwachtingen van deze school en in welke klas ze zaten. Stiekem hoopte Oni dat Coen bij hem in de klas zou zitten, want, zo dacht hij, dan is er tenminste een grotere sukkel dan ik.

 

De bel ging.


Zijn eerste les was Nederlands. Het was gebleken dat Coen niet bij hem in de klas zou zitten, wat misschien ook wel goed was. Misschien kon Oni nu ontkomen aan de gebeurtenissen uit het verleden, opnieuw beginnen zonder vast te zitten aan het beeld dat mensen vroeger van hem hadden.

Hij zocht naar het lokaal. Lokaal 102, dat moest op de eerste verdieping zijn, in de middelste gang. Gelukkig kon hij het op tijd vinden. Een aantal leerlingen keek hem even vreemd aan, maar niemand zei iets.

De leraar deed de deur open en het werd Oni duidelijk dat er een rangorde was. Iedereen wist zijn plaats, behalve hij. Hij pakte de eerste stoel die hij zag en ging zitten, maar werd snel weer weggestuurd. Die plaats was uiteraard al van iemand anders. Na een tijdje had hij een plek gevonden waar hij mocht blijven zitten. De docent begon met de les, terwijl iedereen de vakantie besprak. Tegen Oni werd niets gezegd. Oni wilde wel een gesprek beginnen, maar besefte al gauw dat hij daar niet toe in staat was. Hij wist niets te vertellen en was bang voor de reacties van anderen. ‘Die stille nieuwe’ is altijd nog beter dan ‘die rare sukkel’, dacht hij.

De dag ging maar traag voorbij, elk uur leek een eeuwigheid te duren. In de pauze liep Oni naar Coen toe, die het schijnbaar niet beter vergaan was. Ze praatten wat, maar het was duidelijk dat geen van beiden met zijn hoofd bij het gesprek was.

 

Enkele uren later liep Oni weer naar het fietsenhok, zich afvragend of iemand zijn naam onthouden had.

© Copyright 2020 Joran Effting WebTeam
bottom of page