top of page

EEN LEVEN LANG LEZEN

  • Joran Effting
  • 14 sep 2016
  • 6 minuten om te lezen

Vijf jaar

‘Ga maar kijken, schatje. Je mag er eentje uitzoeken.’ Marja sprintte de boekenwinkel door. Ze wist precies waar ze moest zijn: boven, de twee trappen op, naar de rechterhoek. De sprookjeshoek. Haar korte beentjes renden zo snel ze konden. Een nieuw boek! Een nieuw verhaal dat mama 's avonds voor kon lezen. Marja kon haar geluk niet op.

Ze plofte neer voor de grote boekenkast. Haar dikke vingertjes gleden van kaft naar kaft. De titels kon ze nog niet lezen, maar dat maakte haar niet uit. Er waren zoveel verschillende boeken! Dikke boeken, dunne boeken, grote boeken, boeken met een luxe kaft, boeken met veel plaatjes. En daar…

Marja was op slag verliefd. Wat had ze een prachtig boek gevonden. Een donkerrode kaft, zwierige gouden letters en een meisje – vast een prinses – gekleed in een gouden jurk. Ze kon niet wachten tot het bedtijd was! Ze vloog de winkel door, de trap naar beneden en terug naar mama.

Vijftien jaar

‘Laat me nou verdomme even met rust!’ Marja sloeg haar kamerdeur met een klap dicht. Haar moeder stond nog aan de andere kant. Marja hoorde een zachte snik en weglopende voetstappen. Ze slikte. Ze had haar moeder geen pijn willen doen, natuurlijk niet. Haar moeder was geen slecht mens, ook al begreep ze Marja niet altijd. Of eigenlijk nooit. Nee, ze verschilden gewoon veel van elkaar. Haar moeder wilde haar ook helemaal niet begrijpen. Wat wist zij nu van het tienerbestaan? Als ze zich haar jeugd al kon herinneren, was dat van de Oude Tijd. Haar moeder zou nooit begrijpen hoe het is om tegenwoordig tiener te zijn. Alsof Marja tijd had om ‘gezellig’ samen de zolder op te ruimen!

Ze stond op en ijsbeerde door de kamer. Ze kon even niet stilzitten, dan bleef ze maar malen. Haar blik ruste op haar boekenplank. Er stonden nog maar een paar boeken, de rest van de plank was nu gereserveerd voor cd’s. Haar vinger gleed zachtjes over de ruggen van de boeken. Met veel kabaal viel een groot boek op de grond. Het viel open op een illustratie: een meisje met bedrukt gezicht, volledig overgoten met pek. Marja keek verbaasd naar het boek. Ze draaide zich resoluut om, opende haar deur en liep naar beneden, waar haar moeder op haar wachtte.

Vijfentwintig jaar

‘Kijk nou uit, malloot!’ Te laat. Marja en Heleen lagen samen op straat. Ze gierden het uit. Ze waren allebei een beetje aangeschoten, maar Heleen toch duidelijk meer. Marja stond op en klopt haar zwarte broek af. Heerlijk, zo ’s nachts over straat lopen. Wat hadden ze toch weer een geslaagde avond beleefd. Ze stak een hand uit om Heleen overeind te helpen. Die trok iets te hard en ja hoor, daar lagen ze weer.

Marja veegde de tranen uit haar ogen. Haar lach verstomde bij het zien van de oude vrouw. ‘Hé Mar, wat doe je?’ giechelde Heleen. Marja negeerde haar vriendin en liep langzaam op de vrouw af.

‘Mevrouw? Ehm… mevrouw?’ Haar onbezorgde lachbui had plaatsgemaakt voor angst. Angst dat deze vrouw hulp nodig had, die Marja niet zou kunnen bieden. Wat deed ze zo laat op straat? Wat als ze medische hulp nodig had? Ze keek naar Heleen. Die hield zich aan een lantaarnpaal vast in een poging rechtop te gaan staan. Marja liet haar maar even bekomen en richtte zich weer tot de vrouw.

‘Mevrouw? Kan ik u misschien helpen?’ De vrouw keek haar aan. Ze stak een bevende hand haar jaszak in. Marja bestudeerde het gezicht van de vrouw, terwijl Heleen op een afstandje stond te lachen. Het deed Marja denken aan haar favoriete jeugdboek; een vrouw die hulp nodig heeft en twee meiden die haar kunnen helpen. De vrouw gaf Marja een verfrommeld stukje papier. Marja las het vluchtig; een adres, niet ver van deze straat. Heleen kwam eraan gestrompeld.

‘Hé Marja, het was leuk en alles, maar zullen we nu weer gaan?’ Ze lachte niet meer. In plaats daarvan zag haar gezicht er hard en verbeten uit, in het schijnsel van de lantaarn. Ze trok Marja aan de schouder.

‘Ga maar vast,’ zei Marja een beetje te fel. ‘Ik breng deze mevrouw even naar huis en kom je dan achterna. Zal niet zo lang duren.' Ze hielp de vrouw, die haar dankbaar aankeek, op te staan.

‘Zelf weten, zie je straks wel,’ zei Heleen. Ze strompelde de straat verder.

Marja keek haar nog even na. ‘Komt u maar mevrouw, ik help u naar huis.’

Vijfendertig jaar

'Marja, kan ik je even spreken?' Margreet knikte naar haar kantoortje en liep alvast voor haar uit. Marja stond langzaam op. Allerlei vragen raasden in een moordtempo door haar hoofd. Had iemand over haar geklaagd? Had ze een fout gemaakt? Werd ze verdacht van diefstal, of was ze te vaak ziek geweest? Ze struikelde het kantoortje binnen en ging vlug zitten. Margreet sloot de deur achter haar.

'Zo, ik wilde je even apart spreken. Zonder pottenkijkers,' begon Margreet. Haar gezicht verraadde geen emotie. 'Ik wilde het je eerst zelf vertellen, zonder poespas. Als beloning voor je onuitputtelijke inzet en je vele ideeën over leesbevordering willen we je een gratificatie aanbieden.’

Een uur later staarde Marja naar haar computerscherm. Ze kon het nog niet bevatten. Er werden jaarlijks mensen beloond met een gratificatie, maar waarom hadden ze haar gekozen? Ze deed toch niets bijzonders? Ze zal wel gewoon aan de beurt geweest zijn, besloot ze. De managers waren natuurlijk bang dat ze zich anders buitengesloten zou voelen. Wel lief dat ze aan haar dachten, dat sowieso. ‘Hé dromer, ik praat tegen je.’ Mary-Loo tikte ongeduldig met haar vingers op Marja’s bureau. Marja kon met iedereen goed opschieten, maar met Mary-Loo had ze moeite. Marja was een harde werker, terwijl Mary-Loo daar allergisch voor leek. Zij werkte nooit op zaterdag, had haar werk standaard te laat af en verbloemde dat door te schelden op haar collega’s.

‘En waarom ben jij zo aan het glunderen?’ Ze bekeek Marja met een afkeurende blik. Marja was er nog zo mee bezig, dat het eruit floepte voor ze het door had. ‘Ik krijg een gratificatie,’ zei ze bijna fluisterend, alsof het pas waarheid zou worden als ze het hardop zou zeggen. Mary-Loo gooide er een schaterlach uit.

‘Jij? Waarvoor dat dan? Lomp in je stoel zitten of zo? Of struikelen over alles dat los en vast zit?’ Haar lach maakte plaats voor een kille uitdrukking. ‘Daar ben ik het niet mee eens. Ik heb nog nooit een gratificatie gekregen! Ik ben toch zeker voor jou aan de beurt. Wacht jij maar, ik praat wel even met Margreet.’ Nog voor Marja kon reageren stormde ze naar Margreets kantoor. Zoals zo vaak dacht Marja aan het sprookjesboek uit haar jeugd. Ja, Mary-Loo was het evenbeeld van de jaloerse zus. Wacht jij maar, dacht Marja met een glimlach, je krijgt je verdiende loon.

Vijfenveertig jaar

‘Ga maar kijken lieverd, ik wacht hier even. Je mag er één uitzoeken.’ Liesje rende naar de achterkant van de winkel, waar de jeugdboeken stonden. Marja keek haar met een glimlach na. ‘Toen ik die leeftijd had, mocht ik ook een boekje uitzoeken. Je wil niet geloven hoeveel dat voor me betekend heeft,’ zei ze tegen de kassière.

‘Ja, de wereld van een kind, hè,’ klonk het antwoord. Marja had het gevoel dat de vrouw niet echt luisterde. Niet iedereen kon weten hoeveel invloed een verhaal op je leven kan hebben. Niet iedereen had de ervaringen die Marja had. Niet iedereen was opgegroeid met Moeder Holle.

Liesje kwam weer aangerend, met een groot boek onder de armen. Ze keek enorm trots.

‘Dit wordt jouw boek? Weet je het zeker?’ Liesje knikte en sprong op en neer.

‘Goed,’ zei Marja, ‘vanavond beginnen we met lezen.’ Ze betaalde voor het boek, nam Liesje bij de hand en vertrok tevreden naar huis.

Vijfentachtig jaar (epiloog)

Marja sloeg haar ogen met moeite open. Het duurde even voor ze goed kon zien. Langzaam werd het gezicht van de verpleegster scherper. ‘Ah, mevrouw Van de Rosalie, u bent wakker. U hebt net uw dochter gemist,’ begon de verpleegster. Marja hief moeizaam haar arm op om haar stil te krijgen. Ze had te weinig energie voor een gesprek. Fijn dat Liesje er was geweest. Jammer dat Marja door haar bezoek heen had geslapen. Slapen was nu bijna alles dat ze nog deed, terwijl ze vroeger toch zo actief was geweest. Deze manier van leven paste absoluut niet bij haar. Ze wendde haar blik naar buiten, naar de wereld net voorbij de met ijsbloemen versierde ramen.

Het sneeuwt, dacht ze. Moeder Holle zal de kussens aan het opschudden zijn. Ik ben het zat op deze kussens te liggen. Nog even geduld, Moeder, ik kom u helpen. Ze zuchtte diep, sloot haar ogen en liet zich vervoeren naar een wereld vol kleuren, keuzes en magie. Ze keerde niet meer terug.

 
 
 

Comentarios


Verhaal van de maand
Mei 2017

Ontvang de nieuwsbrief

© 2016 Schrijvershoekje WebTeam

© Copyright
  • Grey Facebook Icon
  • Grey Twitter Icon
  • Grey Google+ Icon
bottom of page