top of page

DE KONING VAN BUBALI (DEEL 1)

  • Gaby Visser
  • 4 nov 2016
  • 4 minuten om te lezen

Aankomst

Vroeger was hij mijn man.

Tegenwoordig is hij koning van Bubali.

Het klinkt een beetje Pippi Langkous-achtig, ik weet het, maar het is echt waar.

“Waar zijn je vader en moeder, Pippi?”

Pippi: “Mijn moeder is een engel en woont in de hemel, daar kijkt ze de hele dag naar mij. En mijn vader is negerkoning geworden van Taka-Tuka land. Soms bezoekt hij mij met zijn mannen per schip. Ze nemen zakken vol goud en allerlei andere schatten voor me mee. Hij houdt heel veel van mij hoor.” Niemand geloofde Pippi. Ik wel.

En nu is mijn eigen vader ook in de hemel. Ik mis hem iedere dag, maar ik weet zeker dat hij bij me is en altijd alles ziet wat ik doe.

Ik was vreselijk trots op mijn vader en hij op mij, en ik wil dat dat zo blijft.

De koning van Bubali was na mijn vader de tweede belangrijkste man in mijn leven. Dertig jaar lang was hij mijn man. 23 jaar daarvan waren we getrouwd. Dat vond hij wel lang genoeg. Hij vertrok naar een ver eiland in de zon. Een eiland waar ik zelf ook een aantal jaren met hem en onze dochter heb gewoond. Het eiland waar onze zoon is geboren en waar ik nu weer even ben. De koning van Bubali en ik zijn namelijk voor altijd verbonden gebleven.

Dat dan weer wel…

Ding dong.

Ik schrik op uit mijn dagdromen.

“Hier spreekt uw gezagvoerder. Dames en heren, we zijn net geland in Aruba. De lokale tijd is 18.00 uur en de buitentemperatuur is 30 graden Celsius.

Kapitein Brick en zijn bemanning hopen dat u een prettige vlucht heeft gehad met TUI reizen. Wij wensen u een fijn verblijf op het eiland en zien u graag een andere keer bij ons terug.”

Ik ben er weer.

Het eiland wat vroeger een poosje mijn “thuis” was. Ik gluur door het raampje. Het Tui vliegtuig taxiet langs het luchthavengebouw. Aero Puerto Internacional Reina Beatrix. Hier lijkt niets veranderd.

Ik zie de zee. Vanwege het tijdstip kleurt deze zilver. De zon is rood en al aan het zakken. We mogen het vliegtuig verlaten.

Onmiddellijk is de hectiek van Nederland weg. Geen mannen meer met Uzi’s op het vliegveld vanwege IS dreiging. In plaats daarvan rustige steelmuziek, die je in de gekoelde hal vriendelijk tegemoet komt. Alsof er in de hele wereld niets aan de hand is. Hier word je op geprinte Heugavelt tegels meerdere malen welkom geheten.

Bon bini. Bienvienuda, Welcome at “One Happy Island.”

Mijn mond krult zich tot een glimlach. Eenvoud lijkt simpel. Maar ik weet inmiddels, niets is minder waar…

De rust is heerlijk. In een mum van tijd zijn we door de douane en komen onze koffers van de band. Ik kan niet wachten om naar buiten te gaan. De gekoelde hal uit, de schuifdeuren door, naar buiten.

Daar is ie hoor…

Alleen hiervoor zou je het al naar dit eiland komen. Die heerlijke warme wind die het leven op Aruba zo aangenaam maakt. Arubanen wanen zich door deze wind een uitverkoren volk. Mijn haren reageren direct op deze warme begroeting. Ze waaien evenals de palmbomen alle kanten uit.

Vrijheid.

Zonder deze wind zou het hier een woestijn zijn. In plaats daarvan is dit eiland Paradise. Dushi terra.

De koning van Bubali is te laat. Dat is hij altijd, ook toen hij nog geen koning was. Ik maak mij er niet meer druk om. Waarom zou ik?

Ineens zie ik hem in de verte praten met iemand. Ik neem rustig plaats op een bankje. Hij komt ons zo wel zoeken. En zo is het ook. Dan ziet hij ons. Voor zijn doen loopt hij vlot en verheugd in onze richting.

Groot, bruin verbrand in T-shirt en korte broek de blote voeten in slippers gestoken. En met die vreselijk foute, zware gouden ketting om. Oh ja, die was ik even vergeten. Vroeger kon hij het lichtste sieraadje niet verdragen maar kennelijk verandert dat als je koning van Bubali bent. Hij is oprecht blij om ons te zien. Aan de telefoon had hij al melding gemaakt dat hij naar onze komst uitzag.

Er wordt gekust en geschouderklapt. Iedereen heeft blije lichtjes, van bij elkaar horen, in de ogen.

Wat goed dat we weer een poosje samen zijn. Ik kijk om me heen en zie de sporen van mijn vorige leven. Oh ja, zo was het.

De mannen laden de zware koffers in de grote zwarte jeep. We gaan we op weg. Richting Noord. Zo noemen ze dat hier.

"Waar woon je?”

“Ik woon in Noord.”

Richting het Californian Lighthouse (de vuurtoren), richting Arachi, een van de meest populaire strandjes van het eiland. Op de boulevard rijden we langs de jachthaven, de casino’s, de uitbundige toeristenmarktjes, de dure merkwinkels in Disneylandachtige kleurtjes. John Travolta lacht je op een levensgroot billboard toe met spierwitte tanden en laat je daarbij achteloos zijn Breitling horloge zien.

Ja, dat heeft hij, en wie wil dat nu niet? Wie wil er niet bij de happy few horen?

De veelal te dikke, verhitte toeristen van de dure cruiseships die nog altijd te verleiden zijn tot de meest nodeloze, dure aankopen, doen hiervoor moedig hun best. En nog steeds lijken ze niet op John Travolta…

Als we het stadsgedeelte verlaten zien we aan de linkerkant de lowrise, dan de highrise. Er zijn weer hotels bijgekomen. Een knots van een Rui hotel. Helemaal opgetrokken in Moorse stijl. Te groot in het verkeerde landschap van teveel. Dan slaan we af en rijden een ietwat realistischer wereld in. We stoppen voor het huis in Bubali.

Op de poort van de tuin hangt een bordje. "Bourbounstreet." Ach ja, dan weten de liefhebbers waar ze moeten zijn...

Als de deur openzwaait worden we klagelijk welkom geheten door Dushi, de lapjeskat. Het huis is speciaal voor ons gekoeld met de airco. Even acclimatiseren en bijkomen van de lange vlucht.

Het is nog geen zeven uur, maar door het tijdsverschil is het voor ons eigenlijk één uur ’s nachts. Toch nog maar even volhouden, anders worden we midden in de nacht wakker.

We kletsen wat bij, drinken wat en zoeken verfrissing onder de douche. Verfrissing die nooit lang stand kan houden vanwege de tropische temperatuur die ook 's avonds aanhoudt. We spuiten Deet op tegen de muggen en stappen in bed.

Onze aankomst in Aruba is een feit.

 
 
 

Comments


Verhaal van de maand
Mei 2017

Ontvang de nieuwsbrief

© 2016 Schrijvershoekje WebTeam

© Copyright
  • Grey Facebook Icon
  • Grey Twitter Icon
  • Grey Google+ Icon
bottom of page