DE VANGST
- Joran Effting
- 22 dec 2016
- 4 minuten om te lezen

‘Hallo liefje, ik ben weer thuis!’ Robart luisterde aandachtig; geen antwoord. Hij liep de smalle trap af naar beneden. Het zwakke licht van de TV hulde de kamer in flikkerende kleuren. Hij wachtte even tot zijn ogen gewend waren aan de duistere omgeving en liep naar de bank. Cynthia staarde recht vooruit, alsof ze vastbesloten was hem niet aan te kijken. Hij plofte naast zijn vriendin neer en richtte zijn ogen ook op de TV. Ze zaten een tijdje stil naast elkaar. Robart voelde zijn irritaties stijgen.
‘Als het zo moet, hoeft het van mij ook niet,’ zei hij bits. ‘Gezellig, samenwonen!’ Hij sprong van de bank, schreed met grote passen de trap weer op en sloeg de deur met een knal dicht. Cynthia keek hem zwijgend na. Het flikkerende licht van de televisie verraadde haar tranen.
Het was toch wel koud buiten. In zijn haast had hij geen jas mee gegrepen. Dat vond hij niet erg, hij had nog genoeg stoom af te blazen. Waarom moest ze toch zo moeilijk doen? Hij had haar zo zorgvuldig uitgekozen. Het was zo vals – typisch vrouwelijk – dat ze hem geen blik waardig gunde.
Hij had zoveel voor haar gedaan. De hele kamer had hij opnieuw ingericht, alleen zodat zij er gelukkig kon zijn. Hij wist hoe hij haar gelukkig moest maken: ze hield van TV-series, lezen, diepgaande gesprekken en natuurlijk chocolade. Het begon erop te lijken dat ze had gelogen. De TV stond de hele dag aan, terwijl ze met glazige ogen voor zich uit keek. Lezen was voorlopig niet mogelijk, dan zou ze eerst moeten bewijzen dat ze haar armen mocht gebruiken. Diepgaande gesprekken kon hij al helemaal vergeten, na de eerste schreeuwsessie had hij het al snel opgegeven. Dan bleef de chocolade over. Hij had het niet meer aangedurfd, na al haar vorige leugens. Waarschijnlijk was ze hartstikke allergisch voor chocola, dat zou helemaal in het rijtje passen. Nee, Cynthia had zich beter voorgedaan dan ze was.
Robart was er juist zo trots op dat hij het nu eens anders had aangepakt. Niet wekenlang achter een meisje aanlopen, in de hoop dat je opvalt. Niet alle details over haar leven nalopen voor je hallo zegt. Deze keer was hij impulsiever geweest. Verliefd, aanspreken, samenwonen. Misschien was het ook wel allemaal te snel gegaan. Tja, het was altijd wel te snel of te langzaam. Als hij nu nog bedacht wat Leila, zijn ex, hem allemaal had aangedaan, kreeg hij het er weer heet van. Zonder aanleiding had ze hem helemaal zwart gemaakt op het internet. Het was zo erg geworden, dat hij zich niet meer in haar buurt kon vertonen. Voor Leila zou hij door het vuur zijn gegaan, en zie hoe ze hem terugbetaalde. Met Cynthia zou hem dat hoe dan ook niet gebeuren.
Ze woonden nu bijna een week samen. Hoewel hij van alles probeerde, weigerde ze toenadering te zoeken. Het was niet haar keuze geweest bij hem in te trekken, dat wist hij ook wel. Daar hield hij ook rekening mee! Hij fluisterde lieve woordjes in haar oor, bracht cadeautjes voor haar mee, hij deed alles dat een partner hoorde te doen. Waarom wilde ze dan niet van hem houden? Hij stopte, buiten adem, op de hoek van de straat. Hij had zich te druk gemaakt; hij was aan het hijgen. Een oude vlam had hem eens gezegd dat dat creepy was. Hij snoof de koude avondlucht eens goed binnen.
Hij dacht terug aan vroeger, aan zijn moeder. Dé vrouw die van hem gehouden had. Hij dacht aan de prachtige maaltijden die ze bereidde voor zijn vader. Hoe ze hem verwende met de lekkerste gerechten. Die vrouw had liefde in zich. Hoe kon het toch dat hij altijd met die afstandelijke, koude vrouwen opgescheept zat? Daar zat geen eerlijkheid in. Hij wilde niet meer zoeken naar een nieuwe vrouw. Weer hopeloos verliefd achter iemand aanrennen, in de hoop dat ze ooit eens hetzelfde voor hem zou voelen. Hij had Cynthia, zij was de vrouw voor hem. Ook als ze zelf niet wist wat ze voor hem voelde. Hij draaide zich om en haastte zich naar huis.
Eénmaal binnen rende hij de keuken in. Hij greep een doos en gooide de benodigdheden erin. Hij had ineens haast. Nu hij zijn besluit had genomen, leek hij precies te weten wat er moest gebeuren. Dingen die hij jaren niet gebruikt had, wist hij moeiteloos te vinden. Het was alsof hij zich al tijden voorbereidde op vandaag. Hij greep de doos en snelde naar de kelderdeur. Hij liep snel, maar voorzichtig, de trap af. Naar de kelder, waar Cynthia op hem wachtte. Daar zat ze nog, op de bank, voor de TV. Haar blik gleed naar de doos in zijn handen. Wat had ze toch mooie, grote ogen.
Wat keek ze maar angstig.
‘Geen zorgen,’ sprak hij zacht, ‘Ik help je wel. Als we niet kunnen samenwonen als partners, zijn er andere manieren om één te worden.’ Hij zette de doos op tafel en haalde er een groot mes uit. Hij glimlachte en keek haar recht in de ogen. ‘Zoals mijn moeder vroeger altijd zei: de liefde van de man gaat door de maag.’
Comments